Onze fabeltjeskrant

Alle stellingen zijn niet waar. Allemaal fabeltjes dus…

• De neus van de hond is nat, dus het dier is gezond.

Ook bij dieren die ziek zijn kan de neus nat zijn (bijvoorbeeld een snotneus). Een natte of droge neus zegt dus niet zo veel.

• Een poes of teef moet eerst een nestje krijgen, pas daarna mag ze gesteriliseerd worden.

Een poes of teef mag gesteriliseerd worden vanaf de leeftijd van 6 maanden.

• Als een kat veel eet, heeft ze een lintworm of eet ze kikkers.

Een lintworm veroorzaakt geen klachten bij dieren. Van het eten van kikkers kunnen katten gaan overgeven, maar na 1 keer overgeven zijn ze nog niet mager.

• Gras eten is goed voor een dier om te braken.

Een dier dat misselijk is, eet gras.Van gras eten wordt een dier misselijk. Je kunt dus beter deze vicieuze cirkel doorbreken door gras eten niet toe te staan.

• Knoflook helpt goed tegen vlooien.

Alleen een goed vlooienmiddel helpt tegen vlooien.

• Een pup mag vóór de derde puppy-enting nog niet naar buiten.

Voor de derde puppy-enting is het beter om grasveldjes te vermijden waar veel ontlasting ligt. Verder móet de pup zelfs naar buiten voor een goede socialisatie.

• Een dier herkent altijd gif en zal dit dus nooit opeten.

Onzin, er zijn bijvoorbeeld veel honden die mierenlokdoosjes verrukkelijk vinden.

• Van castreren worden reuen minder agressief.

In 60% van de gecastreerde honden blijkt er minder agressie naar andere reuen te bestaan, in 40% had de castratie dus geen zin. Vandaar dat we adviseren een dier eerst “chemisch” te castreren dmv een injectie om het effect van een castratie na te bootsen.

• Van castratie en sterilisatie worden dieren dik.

Na castratie of sterilisatie wordt de stofwisseling van een dier wat trager, en moet dus gewoon wat minder voer krijgen.

• De hoeveelheid voer voor een dier, die op de verpakking staat, is altijd goed.

De hoeveelheid voer voor een dier hangt o.a. af van de hoeveelheid beweging, het ras en of het dier gesteriliseerd of gecastreerd is, en dient dus individueel te worden aangepast.

• Vogels kunnen leven van alleen zaadjes.

Vogels hebben gavarieerde voeding nodig in de vorm van pellets, aangezien ze anders alleen de lekkere zaadjes eten en dus een tekort kunnen krijgen aan vitaminen en mineralen.

• Cavia’s hebben geen extra vitamines nodig

Cavia’s maken net als mensen geen Vitamine C aan en moeten dat dus bij hun dieet krijgen in de vorm van een tabletje.

• Een hond met een stamboom kan geen heupdysplasie hebben.

Een stamboom is een bewijs van afstamming van bepaalde ouderdieren, geen garantie voor gezondheid.

•  De neus van een pup door de urine halen helpt goed bij het zindelijk maken.

Straffen heeft geen zin. Consequent de pup buiten zetten en belonen bij het gewenste gedrag levert snel resultaat op.

• Een kat of hond met veel zwart oorsmeer heeft oormijt.

Veel zwart en stinkend oorsmeer kan duiden op een oorontsteking, dit kan o.a. door oormijt ontstaan, maar ook door bacteriën, schimmels of gisten.

• De Europese grenzen zijn open, dus een hond of kat kan gewoon mee naar het buitenland.

Reizen binnen Europa kan met huisdier als het in bezit is van een EU-paspoort, chip of tatoeage en als het gevaccineerd is tegen hondsdolheid. Uitzonderingen zijn het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen/Zweden.

• Van oormijt kan een dier lintworm krijgen.

Vlooien kunnen lintworm overbrengen en katten kunnen ook lintworm oplopen door het eten van knaagdiertjes.

• Een kat moet altijd een bakje brokjes hebben staan.

Zeker bij te zware katten is het verstandig de hoeveelheid brokjes te verdelen over 2 of 3 maaltijden.

• Als een dier warme oren heeft, dan heeft het koorts.

Warme oren kunnen ook ontstaan tijdens warm weer of na inspanning.

• Een teek moet je er altijd linksom (tegen de richting van de klok) uitdraaien… of was het nu rechtsom…

Het maakt niet uit naar welke kant een teek eruit gedraaid wordt, als het maar gebeurt met een goede tekentang of tekenhaakje, dan wordt de kop van de teek ook verwijderd.

• Bij een kat die voor het eerst naar buiten gaat, moet je de pootjes insmeren met boter, zodat hij de weg terug kan vinden.

Katten herkennen de weg door middel van hun ogen, neus en reuk. Het is wel verstandig de kat te laten chippen of een bandje met een adreskokertje om te doen.

• Rode poesjes leven korter.

Onzin, de levensverwachting van een kat hangt niet af van de kleur, mensen met rood haar leven toch ook niet korter?

•  Een kat met een magneetje aan de halsband die bij een kattenluik hoort, kan buiten verdwalen door de magnetische stralen.

Deze magneetjes werken alleen op het kattenluik en zorgen niet voor slechte oriëntatie van de kat als hij buiten is.

•  Voorjaarskittens zijn onzindelijk.

Onzindelijkheid kan lichamelijke en gedrags-oorzaken hebben en hebben niets te maken met het jaargetijde waarin de kat geboren is.