Teken en door teken overdraagbare ziekten
Teken zijn spinachtige dieren en zien eruit als een klein leren zakje met aan de voorkant een nauwelijks zichtbare kop en acht pootjes. Teken zitten bijna altijd in bomen, struiken en hoge grassen.
Als een mens of dier passeert, laat de teek zich vallen en probeert zich vast te bijten in de huid van het slachtoffer. Teken gaan graag op plaatsen zitten waar de huid zacht, vochtig en warm is. Je kunt ze aantreffen achter de oren in de haren, tussen huidplooien, in oksels en liezen.
Met bloed volgezogen wijfjes wegen tot honderd keer hun eigen gewicht en kunnen vijf tot tien keer (tot 1 centimeter) zo groot worden. Er zijn verschillende soorten bekend.
De Ixodus ricinus is de teek die we het meeste in Nederland aantreffen. Na het paren zuigt het wijfje zich in ongeveer één week vol met bloed van de gastheer. Daarna valt ze van de gastheer af en legt duizenden eitjes op verborgen plaatsen (onder stenen, spleten etc.) en sterft.
De kleine teken klimmen in grashalmen of struiken en hechten zich vast tot een geschikt dier (of mens) voorbij komt. Ze kunnen maanden tot jaren overleven buiten de gastheer. Dit verklaart ook de lange cyclus (3 tot 6 jaar). Teken zijn voornamelijk actief in vochtige klimaatomstandigheden (voorjaar en herfst). In de winter verkeren ze in een ruststadium.
Teken kunnen irritatie, bloedverlies en wonden in de huid veroorzaken. Een gastheer, ook de mens, voelt niet wanneer een teek bijt. Dit komt doordat een teek een stof afscheidt met een pijnstillend effect. Achteraf ontstaat wel jeuk en soms een ontstekingsreactie. Teken kunnen besmet zijn met een bacterie (Borrelia burgdorferi) die bij de mens de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Ook bij honden in Nederland is de ziekte inmiddels enkele keren gevonden. Gemiddeld ligt de besmettingsgraad van volwassen teken met deze bacterie in Nederland tussen de 20 en 40 procent.
Niet elke beet van een teek leidt tot besmetting. Ten eerste zijn lang niet alle teken drager van de bacterie en vaak wordt de teek al verwijderd voordat eventuele besmetting kan plaatsvinden (na 24-48 uur). De belangrijkste risicofactor op besmetting is de tijd die de teek op de huid doorbrengt. De teek neemt er de tijd voor om zich vol bloed te zuigen. Hoe langer dat duurt, hoe groter de kans dat u besmet raakt. Teken moet u dus zo snel mogelijk verwijderen. Een hond loopt een veel grotere kans om een teek op te lopen dan zijn baas. Honden lopen veel vaker door het struikgewas en komen op plaatsen waar mensen amper komen. Controleer uw hond dus na iedere boswandeling!
Teken kunnen ook gevaar opleveren als ze drager zijn van een voor de hond gevaarlijke ziekte babesiose. In Zuid-Europese landen zijn teken aanwezig (Dermacentor reticulatus en Rhipicephalus sanguineus) die deze ziekte kunnen overbrengen. De teken kunnen worden meegenomen via honden die worden meegebracht van vakantie. De laatste teek kan zich jaren in Nederlandse woningen handhaven.
Buitenshuis was het Nederlandse klimaat altijd te ongunstig voor de Dermacentor reticulatus, maar onlangs zijn enkele honden met babesiose gevonden in Nederland zonder dat deze dieren in het buitenland waren geweest. Door de zeer warme zomer in 2003 en de matige winter erna bleken deze teken in Nederland te kunnen overwinteren. De uitheemse teek is te herkennen aan donkerbruine streepjes over de rug en is iets groter dan de gewone teek. De gewone teek is lichtbruin van kleur. De Dermacentor reticulatus blijft langer in de huid van zoogdieren zitten dan de Nederlandse variant.
De ziekte Babesiose (of Piroplasmose) wordt veroorzaakt door een eencellig diertje (protozo), genaamd Babesia canis. De parasieten (babesia) ontwikkelen zich uitsluitend in de rode bloedcellen van de hond. De tijd tussen het moment van besmetting en de eerste symptomen duurt één tot twee weken. In het acute stadium van de ziekte worden de volgende verschijnselen waargenomen: sloom, niet eten, hoge koorts, versnelde pols en ademhaling.
Een enkele teek kan het beste verwijderd worden met een tekenhaakje of tekentang. Het gebruik van alcohol, ether, petroleum en dergelijke op de teek heeft het risico dat de teek eventueel geïnfecteerde maaginhoud in de wond deponeert. Tevens is gebleken dat het gebruik van dergelijke ‘verdovende’ middelen geen effect heeft op het loslaten van de teek.
Bij aanwezigheid van veel teken of telkens terugkerende besmetting kan gebruik worden gemaakt van diverse bestrijdingsmiddelen zoals banden, spray’s, een spot-on, of een tablet met als beperking dat teken pas na 24 tot 48 uur na contact zullen afsterven. Meestal zitten ze dan al of nog vast in de huid. Soms bestaat dan vaak de verkeerde indruk dat het gebruikte middel niet werkt. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat geen van die middelen volledige zekerheid biedt. Dus is het daarnaast van belang om honden dagelijks op de aanwezigheid van teken te controleren (aftasten). Dit laatste was natuurlijk al zinvol met het oog op de inheemse teek. Bij verwijdering binnen 24 uur is de kans op besmetting met de bloedparasiet gering. U kunt bij ons terecht voor advies over bestrijding van teken. Onze assistentes laten u graag zien welk middel het meest geschikt is voor uw dier. Wanneer uw dier een teek heeft kunnen zij u demonstreren hoe u de teek gemakkelijk met een tekenhaakje kunt verwijderen. Deze tekenhaakjes zijn te koop op de praktijk.